Over ons

Wij, Tyne en Pieter Bos wonende in Ternaard-Friesland, varen met ons zelf gebouwde schip, gedurende een aantal jaren rond Zuid en Noord Amerika. Een deel van onze route komt overeen met de route gevolgd door de russische marineman Adam von Krusenstern in de achtiende eeuw. Wij zijn vertrokken in 2008.

donderdag 17 maart 2011

La Ceiba Honduras.

Op 7 maart varen we richting Honduras,nog een dikke 400 mijl te gaan. De stemming is goed maar toch wat onzekerheid omdat ons verhalen ter ore zijn gekomen van vermoorde zeilers aan de kust van Honduras. We hadden dit natuurlijk al vaker gehoord maar als je er eenmaal in de buurt bent krijgen deze verhalen toch een andere betekenis.We varen met een oostelijke wind als een speer, 8/9 knopen en hebben regelmatig contact via een netje(SSB) met andere zeilers en een motorboot die ook richting Honduras gaat. Onderweg land een Jan van Gent met 1poot in de kuip veel bloed achterlatend, denk niet dat hij het redt. Het gaat snel en eenmaal voor de kust van Honduras denken we dat we piraten ontdekken want met grote snelheid nadert er een boot,  Snel allerlei spullen verstopt en afwachten maar. Eenmaal dichterbij blijken het vissers te zijn die om sigaretten vragen, die hebben we niet maar met een paar blikken cola en bier nemen we vriendelijk afscheid van elkaar en kunnen we weer rustig adem halen.  9 maart in de avond lopen we La Ceiba aan  en kunnen lekker slapen. De volgende dag om 10 uur kwam de kraan al aanrijden om ons op de kant te zetten.
Inmiddels liggen we  hier al bijna een week  om de boot klaar te maken voor een stalling van 3/4 jaar. Veel werk dus maar toch leuk in een omgeving die we kennen van de tijd dat onze dochter Mijke hier 3 jaar heeft gewoond.

Providencia Colombia.




Halverwege de tour richting  Honduras stoppen we op een Colombiaans eilandje 280 mijl ten noorden van Colon. We worden snel ingeklaard door mister Bush, een aardige man die een aardige duit verdient aan passerende zeilers.Hier hebben we snel contacy met een stel uit Canada en de USA. We huren de volgende dag een scooter een een Kawasaki Mule (4wd golfcar) om het eilandje te verkennen. Er is hier natuurlijk ook weer een basis van de Armada waar de manschappen zich helemaal rot vervelen. Dus veel zwemmen en snorkelen wat hier helemaal fantastisch is. Lekker gegeten met veel verse vis ,zie foto.

Richting San Blas..








Nadat we de linehandlers hadden afgezet in Colon zijn we daar nog een nachtje gebleven. Eigenlijk een erg ongezellige marina gevuld met een hoop jachten die problemen hadden die opgelost moesten worden. We liggen voor een enorm motorjacht gebouwd in Nederland, maar het kan nog veel groter merken we de volgende dag. We voelen ons hier niet thuis en besluiten een 100 mijl naar het oosten te varen om de San Blas archipel te bezoeken. Vanuit deze archipel is Honduras wat makkelijker te bezeilen omdat er meestal een noordoostelijke tot oostenlijke passaatwind waait. We maken een eerste stop in Portobello en zeilen vevolgens naar de San blas eilanden. Dit is toch wel heel bijzonder hoe deze mensen op grote maar ook hele kleine eilanden leven. De vrouwen van de Kuna indianen zijn bijna allemaal traditioneel gekleed en bestieren het huishouden. Maken de bekende borduurwerkjes,. halen water, koken enz,enz. De eilanden hebben een hoog bounty gehalte dwz palmen, witte  stranden en natuurlijk kristal helder blauw water. We hebben leuke ontmoetingen met zeilers maar ook jongeren uit Chili en Argentinie die deze eilanden bezoeken. We zijn hier een week gebleven maar hebben ook zeilers ontmoet die hier een jaar hebben rondgetrokken. Op 2 maart hebben we het hier voorlopig gezien en vertrekken richting Honduras, een traject van 700 mijl in noordwestelijke richting.

woensdag 23 februari 2011

Richting Carieb.

Gelukkig hebben Silvia en Del nog een dag speling want we worden aan een boei gelegd en moeten tot de volgende dag, maandag 1300 H wachten voor de laatste 3 sluizen. Gelukkig hebben we genoeg eten en drinken aan boord maar het is wat krap met 6 man op een boot die voor 2 personen is ontworpen. Maar het is gezellig en de tijd vliegt. De volgende dag zijn de loodsen weer op tijd en gaan we richting locks. We moeten voor een tanker van 250.000 ton liggen. De pilot in charge op de grotere boot heeft niet alles in de hand. Er staat behoorlijk wat wind, en met deze wind dwars wil hij dat we naast hem komen om te koppelen. Dit gaat moeizaam want wij waaien zonder boegschroef steeds weg. Er is geen ruimte meer om tegen de wind te koppelen, maar uiteindelijk lukt het. Als we voor de al opstomende tanker aan het einde van de sluis komen staan er op de sluis maar aan 1 kant mensen om onze lijnen aan te pakken. Ook is de sluis te kort voor de tanker, sleepboot en jachten, en als je dat ding aan ziet komen dan schrik je.
Er wordt snel besloten dat wij tegen de sleepboot aan moeten waardoor de tanker 20 meter extra krijgt.


Na veel gedoe liggen we en hebben we weinig te doen, alleen de zware zeilboot ligt nu buitenop en trekt behoorlijk aan de lijnen. Het schutten gaat voorspoedig en als de laatste deuren openen zien we het blauwe water van de Carieb voor ons. We droppen onze voortreffelijke linehandlers in de jachthaven van Colon en blijven hier een nachtje tussen de megajachten. De volgende dag vertrekken we richting Portobello, een leuke baai ten oosten van Colon, dus hakken tegen de wind in, gelukkig is het maar 20 mijl. Hier in Portobello liggen veel jachten te wachten voor transit richting Pacific en zo blijkt, veel op onderdelen van zaken die allemaal kapot gegaan zijn. Wij gaan nog een stukje verder oostelijk naar de San Blas eilanden waardoor de oversteek richting Honduras wat beter bezeild is.

Panama Kanaal.




Eindelijk de 20e liggen we weer klaar bij Isla Flamengo om de loods op te pikken. Iedereen heeft er zin in! En zowaar pilot Mozes, zo heet hij,  is op tijd aan boord. Voor de sluis worden we gekoppeld aan een poolse solozeiler met een hele horde backpackers aan boord, een niet erg betrouwbare bemanning dus, want ze zijn alleen voor de passage aan boord en hebben nog nooit een meter gezeild. Als we omhoog geschut worden liggen we achter de beroepsvaart, aan de andere kant net omgekeerd dus voor de beroepsvaart. Het koppelen gaat goed en we wachten tot de Calypso de sluis is ingetrokken. Mijn buurman heeft een groter en zwaarder schip dus zijn pilot doet de regie, en hij doet het goed. De 4 lijnen worden aangetrokken  en met grote snelheid loopt de sluis vol en gaan we 12 meter omhoog. Na de eerste lock volgt een tweede, voor de derde moeten we weer een mijltje varen. Na twee uurtjes schutten varen we op het kanaal. Mozes belt de sluis aan de andere kant en hoort dat we moeten opschieten om nog dezelfde dag naar buiten geschut te kunnen worden. We hebben 20 knopen tegenwind dus maken maximaal 6,5 knoop met de motortemperatuur tegen de rode streep. Op de laatste mijlen mag ik van Mozes ook nog zeilen erbij zetten maar we komen 15 minuten te kort. Het schip waar we voor hadden moeten liggen gaat net voor ons de sluis in.

Valle de Anton.

Als we weer terug zijn bij de Job passeerd net een groot cruiseschip. Erg imposant dit zo vanaf je bootje voorbij te zien schuiven!. We boeken weer een nu iets kleiner kamertje bij een duitse ex koopvaardijofficier die hier een hotelletje is begonnen, in het plaatsje Valle de Anton. Merkwaardig dat er zoveel plaatsen op de wereld genoemd zijn naar mijn vader, ook in noord Spanje lagen wij achter een kaap met zijn naam nl. Cabo Anton. Valle, zoals de panamezen deze bestemming noemen is een krater van een vulkaan met een diameter van circa 5 kilometer. De lava is na de uitbarsting teruggelopen en heeft een paar miljoen jaar geleden een vlakke plaat achtergelaten, je kunt hier daarom ook fietsen huren. De plaat is nu prachtig begroeid en het is hier koel vanwege de hoogte van 3000 meter. Zoals op de fotos te zien is mijn haar van een lengte die Tyne niet aanstaat. Ik moet dus naar de kapper. Tyne loopt nog even terug naar het hotel om paraplus te halen want er drijgt een bui, en dat ze even weg is is maar goed ook. Ik kom bij een plaatselijke kapper die als hij mij ziet, gelijk zijn tondeuzes een servibeurt geeft. Om de tijd voor de wachtenden na mij te doden heeft de kapper op een flatscreen een pornofilm opgezet. Terwijl de acteurs er behoorlijk werk van maken, begint de kapper aan zijn klus, maar ondanks de lengte van mijn haar is hij binnen 5 minuten klaar, ik bedoel dan met mijn haar. Zeer snel dus gekortwiekt (begin steeds meer vogelaarstermen te gebruiken) en


$3.-- lichter sta ik weer buiten waar ik het nog frisser ervaar. Tyne is inmiddels ook weer in het centrum en loopt mij bijna straal voorbij, zo onherkeenbaar ben ik geworden. Het wordt goedgekeurd. We hebben een paar leuke dagen in Valle, maar moeten nu weer terug voor de keuring. Inmiddels hebben we kennisgemaakt met een stel canadezen, die graag linehandler willen zijn en we zien ook een oude kennis uit Patagonie binnenlopen n.l. de zweden Monica en Jan.  Ook zij willen graag mee door het kanaal omdat zij op Pacific blijven. Op de 19e is alles gereed en we liggen achter het anker te wachten op de pilot die om 7.00 H zou moeten verschijnen. Helaas wordt de doorvaart geannuleerd en moeten we tot de volgende dag wachten. We besluiten om naar het nabij gelegen eiland Taboga te varen om de tijd te doden wat geen straf was!


Vogelaars.

Voor de nachtjes in de ecolodge worden we opgehaald door een taxi, niet zo eco dus. Onze kamer is zo groot als een flink appartement heeft 2 toiletten, bubbelbad met uizicht op de prachtige tuin, dus alles very eco!. We ontmoeten een aantal gasten die behoren tot de doelgroep van deze lodge n.l. birders (vogelaars).
Als we in de middag met een gids een wandeltocht door het oerwoud maken naar de zoveelste waterval die we op onze reizen hebben gezien wordt mijn blauwe verrekijker met peilkompas kritisch bekeken. Vogelaars hebben bijna altijd groene verrekijkers. Ik vertel hun dat mijn kijker speciaal voor zeevogels is en dat ik kan zien welke kompaskoers ze vliegen. Later horen ze natuurlijk dat wij zeilers zijn en eens lekker willen relaxen op het vaste land, ook uitslapen dus.  zoniet de vogelaars want die stommelen om 4.30 uur al op de gang om buiten naar de ontwakende birds te kijken. Met de gids hebben we trouwens wel 10 soorten mieren, 3 kikkers maar geen enkele vogel gezien. Bij het ontbijt zitten de hoofdzakelijk amerikaanse birders ook al met kijkers en een vogelboek bij de hand te eten. Overigens heel aardige en zeer reislustige mensen!

Panama stories.







We vermaken ons prima in Panama City! We bezoeken de oude stad met uitzicht op het nieuwe stadsdeel en nemen een kijkje in de gigantische busterminal van Albrook, een wijk waar vroeger de Amerikanen hun huisvesting hadden. Om een indruk te krijgen wat ons te wchten staat gaan we een kijkje nemen bij de Miraflores sluizen. Er is een expositieruimte die laat zien hoe eea is gemaakt en er is ook uitleg over de nieuwe sluizen. De huidige sluizen zijn 33 meter breed, de nieuwe sluizen worden 55 meter breed. De huidige schepen van maximaal 32 meter breed kunnen 4000 containers vervoeren. In de nieuwe sluizen die in 2014 klaar moeten zijn, passen schepen die 12000 containers kunnen vervoeren. Als we in het restaurant van het bezoekerscentrum zitten te lunchen, wordt een gigantisch cruiseschip geschut, een prachtig gezicht. Iedereen op het schip stond te zwaaien, wij dachten naar ons, maar het was voor een webcam die op de kant staat, zoals we later ontdekten toen we er zelf doorgingen. Ook  zien we een span van 3 zeilboten door de sluizen gaan. Het opmeten van de boot en het klaarmaken van de papieren vergt meer tijd dan verwacht dus zijn we het binnenland ingegaan, eerst naar een ecolodge voor vogelaars, met uitzicht over de Carieb, aan de andere kant van Panama dus.

vrijdag 4 februari 2011

Panama.





Het is nu 5 februari en liggen al weer een paar dagen in Panama City, aan het begin van het Panama Kanaal, in yachtclub Balboa. Een heel andere wereld met wolkenkrabbers skyhigh en alle voorzieningen bij de hand. We hebben eerst een paar prachtige ankerbaaien in Panama bezocht en daarna naar de Perlas Archupel gezeild. Ook mooi maar erg warm en we hadden bijna niets meer te eten en te drinken aan boord . Tyne had wat last van buikkrampen waardoor we hebben besloten maar door te varen naar deze stad. Er liggen hier trouwens ook doorvaarders van een ander kaliber oa een Amerikaans stel die in 44 dagen van San Diegi VS naar Panama hebben gedreven. We liggen 10 meter verwijderd van de aanloopgeul naar de sluizen en je weet niet wat je ziet wat hier allemaal voorbij komt. Vrachtschepen betalen een fee tussen 100,000 en 200.000 dollar om door het kanaal te varen. Cruiseschepen zelfs het dubbele. Wij zijn nu druk doende alle papieren bij elkaar te krijgen en binnenkort wordt de JOB opgemeten door de officials. We zijn van plan een weekje het binnenland met een bus in te gaan, er is een hoop te zien hier!

Bahia Solana






26 januari zeilen we verder richting Solana, voor ons de uitklaarhaven van Colombia. Ik schrijf zeilen, maar we varen de laatse tijd ook veel op de motor want de wind in deze hoek is matig en ook niet vaak meer uit het zuiden. Het is voor het eerst dat Tyne een kleinere plaats op het vaste land bezoekt buiten Tumaco dan, en het is confronterend. Mensen hier hebben het moeilijk, maar steeds weer aardig. We zien hier ook indianen uit de binnenlanden rondlopen waarbij de vrouwen het onderste deel van het gezicht vol zijn getatoueerd, ik wil ze niet fotograferen. Eens per week komt een schip uit Buenoventura hier voedsel en andere benodigheden lossen aan een wrak piertje, waar het een drukte van belang is omdat alles met de hand moet gebeuren. We kopen wat vissen van Diego, die gelijk de volgende dag met zijn voltallige gezin op bezoek komt. We krijgen wat ankertips richting Panama van een amerikaanse pizzabakker en vertrekken na een paar dagen met een goed gevoel over de kust van Colombia richting Perlas eilanden voor de kust van Panama.

Richting Ensenada Utria








Het loopt tegen het einde van januari en we besluiten via een korte stop naar Ensenada Utria te varen, wederom een Nationaal Park van Colombia. De stop willen we maken achter een klein eilandje noordelijk van Buenaventura, ook een stad waar je volgens de Armada niet moet komen!                                          Bij het eiland aangekomen ,Isla La Palma, blijkt er veel zwel en heel veel stroom te staan waardoor we ankeren niet zien zitten.(of niet zien liggen?) We varen tegen stroom door naar de Armadabasis Punto Alto, waar enige gewapende mariniers ons tegemoet komen. Ze willen ons hier niet hebben en moeten omdraaien. Kort vertel ik hun dat Capitano Andres Garcia uit Tumaco ons verteld heeft hier veilig te kunnen ankeren, wat ze natuurlijk niet geloven. Ze verdwijnen richting wal maar na 10 minuten zijn ze weer terug en worden vervolgens hartelijk welkom geheten en worden  naar een voortreffelijke ankerplaats vlak bij oorlogschepen geleid! In dit soort landen is een vriendje erg makkelijk. De volgende ochtend vliegen we met 5 mijl stroom mee weer langs Palma richting Utria. Ensenada Utria is een fjord van 300 meter breed, 5 mijl diep met veel rotsen bij de ingang. Als we aankomen duurt het even voordat we het smalle kanaaltje ontdekken waar we met voeldoende diepte naar binnen kunnen. Even spannend maar daarna zeer mooi!  Er land gelijk een grote ara aan dek die overal aan begint te pulken. Doppen van waterflessen worden opengeknipt, de stopknop van de motor gestript, maar hij is wel lief, komt gelijk op je hoofd of schouder zitten, is dus kaderlid van het Nationaal Park. Ook hier weer iedereen erg aardig en vriendelijk. En ook weer soldaten die als we met onze eigen boot op een eiland gaan snorkelen, een hele groep meesturen om ons te beschermen! We maken een voettocht met de kok/gids Antonio en een stagiere die goed engels spreekt. Als we in de nacht buiten zitten horen we oerwoudgeluiden, het water is als olie en er komen vissen voorbij met hoofdlampen! In het najaar schijnen hier ook walvissen naar binnen te zwemmen.