Over ons

Wij, Tyne en Pieter Bos wonende in Ternaard-Friesland, varen met ons zelf gebouwde schip, gedurende een aantal jaren rond Zuid en Noord Amerika. Een deel van onze route komt overeen met de route gevolgd door de russische marineman Adam von Krusenstern in de achtiende eeuw. Wij zijn vertrokken in 2008.

zaterdag 15 januari 2011

Colombia.

Dinsdag hebben een leuke wind, en moeten veel vissers ontwijken, alles gaat goed en 1 visser is zo blij dat zijn netten zijn heelgebleven dat hij ons een grote dorade geeft, vis voor 3 dagen. Vannacht zijn we om 2.00 H de evenaar gepasseerd, echter Neptunus heeft zich niet laten zien. Dinsdagavond gaat het echter fout. We varen met uitgeboomde zeilen in een lekker windje richting grens Equador/Colombia als plotseling met een sterke lamp naar ons wordt geseind. Geen kapers maar een visserman die ziet dat wij recht op zijn uitgezette net invaren. Snel rol ik de Code O in, maar het is te laat, we lopen vast in het net wat zich direkt om roer en kiel wikkeld. Uit eerdere ervaringen besluit ik de motor niet te starten en af te wachte wat de vissers willen.





Het net binnenhalende komen ze langzaam dichterbij. Ze willen dat ik de motor start en achteruit wegvaar. Ik vertel hun dat onze motor stuk is en dat we een ander manier moeten vinden. We proberen met vereeende krachten het net bij het roer weg te krijgen wat ook lukt. De kiel is echter te diep, 2.5 meter, en na een uur prutsen besluiten ze het net door te snijden. We zijn direkt vrij en op het fokje zeilen we bij ze weg, jammer voor hun schade maar het voeren van lichtjes op drijfnetten zou een hoop schade verminderen. In de ochtend van woensdag de 12e komen de eilanden Morros en Tacumo in zicht. Om 10 uur gaat voor de steiger van de kustwacht Colombia het anker erin.  We krijgen direkt een drugsspeurhond aan boord de de hele boot besnuffeld. Buiten een paar vieze luchtjes wordt de boot drugsvrij verklaard en kunnen we met de inklaarprocedure beginnen. Heb er al eerder iets over geschreven, zal dit niet weer doen maar hier hebben we heel veel geduld moeten hebben. We maken kennis met de commandant van deze marine(armadfa)basis Capitan Andres.M.Zambrano Garcia, een aardige jongeman die net als wij, maar dan op een opleidingsschip Zuid Amerika heeft gerond. Hij is zeer hulpvaardig en we spreken elkaar dagelijks. Hij verteld ons over de kerntaken van marine, luchtmacht en kustwacht die eigenlijk alleen bestaan uit het onderscheppen van drugstransporten, hetgeen ook op en rond de basis goed is te zien en te merken. De basis ligt vol met wrakken van allerlei vaartuigen die voor deze drugstransporten zijn gebruikt. Als het donker is vertrekken helicopters en patrouilleboten en is het een bedrijvigheid van jewelste, ieder avond weer. De bewaking is streng, alles wordt gecontroleerd en het is danook heel vreemd dat wij hier gedoogd worden, iedereen is erg vriendeljik en hulpvaardig, en we lopen hier rond of het een gewone jachthaven is.

Richting Colombia.

 Supermarkt LaLibertad




We liggen inmiddels nog steeds in La Libertad en hebben kennis gemaakt met de bemanning van een ander Nederlands jacht de Thetis van Wim en Anette. Zij zijn vanuit de Carieb via o.a. Colombia hier naartoe gezeild. Wim verteld goede berichten over deze kust en wij besluiten dit ook te gaan doen. De procedure om een permit te krijgen voor de Galapagos eilanden verliep dermate stroef, en was ook kostbaar, dat wij hebben besloten via de kust naar Panama te zeilen. Wim en Anette hebben alles tegen wind en stroom moeten doen dus voor ons een makkie vanaf de andere kant. Voor Zaterdag 8 januari is onze zarpa gereed en na het uitklaren vertrekken wij om 7.30 H. Eerst een paar uurtjes op de motor maar spoedig kunnen de lappen omhoog en in de middag komen we aan op Isla la Plata, ook wel poor sailors Galapagos genoemd. Het is een Nationaal Park en er zwemmen heel veel grote zeeschilpadden rond de boot, die op dit eiland hun eieren leggen. Er ankeren een aantal vissersbootjes die echter helaas geen vis te koop hebben. We hebben een paar leuke dagen en  gaan maandag weer verder richting Tacumo in Colombia. Deze kust wordt om verschillende redenen gemeden door zeezeilers, Wim vertelde dat vorig jaar slechts twee jachten in Tacumo zijn uitgeklaard. Colombia heeft een slechte naam door de export van drugs, maar de bevolking die hier niets mee te maken heeft schijnt zeer vriendelijk te zijn.
Onderweg worden we twee keer door de kustwacht opgevangen en willen weten waar we naar toe gaan.
We zien veel leven onderweg, springende zwaardvissen en veel vogels.

vrijdag 7 januari 2011

Peru

La Libertad blijkt een stadje te zijn zonder toeristen, gezellig hetgeen niet van Salinas gezegd kan worden, allemaal hoogbouw langs het strand. Het is er trouwens uitgestorven evenals de marina waar wij nu liggen in La Libertad. We hebben de beschikking over 2 zwembaden, sportschool, tennisbanen en een hotel met restaurant maar er is geen kip te zien. Met een taxi kun je voor US$2.-- naar Salinas rijden, wat we verschillende malen doen om een kennis van Nico en Ria , Ben Haase, te bezoeken. Ben is vogel en walvisexpert en heeft in zijn achtertuin een klein museum compleet met een walvisskelet. Hele aardige en hulpvaardige landgenoot! De 17e december vliegen Nico en ik via Lima naar Cuzco, de vroegere hoofdstad van de Inca cultuur. We boeken hier 2 trips, een 5 daagse trektocht van 50 km via de berg Salkantay naar het Machu Picchu complex, en een 4 daagse trip naar het op 4000 meter hoogte gelegen Titicaca meer.
De wandeltocht via de Salcontay loopt ook via Inca Trails (paden) die nog steeds gebruikt worden. De groep bestaat uit 3 amerikaanse dames en een stel uit Australie, allen tussen de 25 en 32 jaar oud. We slapen in tentjes. 6 paarden dragen alle spullen gedurende de tocht, eigen spullen moeten we zelf dragen.
straatbeeld Cuzco
 Spaanse architectuur op Inca fundament
Op de top 4600 meter.
 bij Ben Haase in het museum
 Onze paardjes op de Salkantay
 Machu Picchu
Rimboe op ongeveer 2000 meter
Lake Titicaca drijvende eilanden


De eerste dag lopen we ongeveer 12 km en slapen op behoorlijke hoogte waardoor het snachts behoorlijk koud is. De uitzichten zijn fabelachtig. De tweede dag beklimmen we de Salkantay tot een hoogte van 4600 meter, voor de 50 en 60 plussers een hele kluif, maar we komen zelfs niet als laatste boven. Onderweg komen we nog 2 groepjes tegen waar al de eerste slachtoffers vallen, in die zin, dat die met een paard naar boven worden gereden. Tijdens de afdaling begeeft mijn rechterknie het. De laatste kilimoters veel pijn gehad. We lopen tussen de 6 en 8 uur per dag. De volgende dag krijg ik van de gids een knieband en mijn bagage gaat op een paard. Het is allemaal weer afdalen maar het gaat redelijk. Alleen de laatste paar kilometers is het weer moeilijk. De 4e dag gaat over vlak terrein rond de Machu Picchu en we slapen de laatste nacht in een hotel in Aguas Calientes, op 2000 meter hoogte. De laatste dag worden we met een bus naar de Machu Picchu gereden, krijgen een rondleiding en keutelen nog een paar uur rond nadat we ook nog de top van het complex hebben beklommen. Fantastische ervaring maar wel een heel toeristisch gebeuren geworden. Aan het einde van de dag weer met de trein terug naar Santa Teresa en Cuzco met de bus. Snel een pizza gegeten en de tas ingepakt voor de tocht naar het meer de volgende dag. Voel me deze avond niet geweldig. De volgende dag hele dag in een bus gezeten, paar aardige dingen bezocht o.a. Inca nederzetting waar nog veel te zien was zoals voorraadschuren e.d. Begin me steeds beroerder te voelen wat eigenlijk de zo blijft. De vaartochten over het meer zijn niet bijster spannend evenals de bezoekjes aan de diverse eilanden. Mensen zijn aardig maar alle vriendelijkheid is op geld gebaseerd. Enfin, toch leuk dat we het gezien hebben, maar door mijn ziekte is de beleving ook wat getemperd.  De 28e vliegen we weer richting Equador waar inmiddels de meisjes ook zijn geland. Feest in Guayaqiel! Tyne en ik blijven nog een nachtje extra in deze stad om op te knappen, Nico en Ria gaan een hotelletje zoeken in Salinas. In het parkje voor ons hotel barst het van de leguanen. De 30e zitten we weer op ons bootje in La Libertad.

Guayaqiel

 Druk vaarwater richting Guayaqiel
 Diesel tanken Puna


 Busboot Puna
 zeilende vuilnisman
70 dokumenten tekenen, agent, marineman en douane.
 Krotten langs de delta
 Het is inmiddels 10 december geworden en we vertrekken in de morgen richting Guayaqiel, een behoorlijk grote stad gelegen aan een inmense delta met veel in en uitgaande stroom. Omdat ik geen detailkaart heb besluiten we de betonde geul voor de grote vaart te nemen. In de middag komen we aan in het havengebied en vinden ook het kanaaltje wat naar het centrum van de stad loopt. Om 1500 H lopen we vast midden in een sloppenwijk. Het kanaaltje blijkt afgesloten te zijn. Omdat we niet veel te eten meer hebben roeit Nico mij naar de kant om wat boodschappen te doen. Nico blijft in het bootje achter en door boys die behoorlijk stoned zijn wordt hem crack en andere troep aangeboden. Door een traliehek doe ik mijn boodschapjes en we gaan weer terug aan boord. Twee uur later staat er weer voldoende water en we gaan dus maar weer terug richting garnalenfabriek. In de avond ankeren we tussen tankers en containerboten, net voor het havengebied. Om middernacht komt op 20 meter afstand een groot vrachtschip voorbij, waarop Nico besluit om wakker te blijven om uitkijk te houden. De volgende dag via een andere route de stad gevonden. We vinden echter geen plek om de boot veilig achter te laten, we willen immers 2 weken richting Peru. Dus maar weer een dag motorren naar het begin van de delta het vissersplaatsje Puna. Kopen hier vis en diesel en nog wat andere spullen om de volgende dag naar Salinas te varen. Het is een bedrijvige boel in dit dorpje.De tocht naar Salinas verloopt gladjes, 2 dagen later verkassen we naar La Libertad waar een goed bewaakte marina is Puerto Lucia. We worden door een agent ingeklaard en na het ondertekenen van 70 dokumenten en het betalen van $ 400.-- zijn we legaal in Equador.